De les en het lesverloop

Het was een geschiedenisles waarin het onstaan van de Franse revolutie aanbod kwam. De les ben ik begonnen met het vertellen van het lesdoel. Vervolgens heb ik aan de kinderen gevraagd of zij al iets van de Franse revolutie wisten.

Een aantal kinderen gaven aan dat zij al wisten in welke de Franse revolutie plaats vond.

 

Bij elke nieuw hoofdstuk zit een grote plaat. Deze heb ik vervolgens met de kinderen besproken. Ik heb vragen aan de kinderen gesteld.

- Wat zien jullie allemaal op de plaat?

- Wat zou er aan de hand kunnen zijn denken jullie?

- Wie zouden de mensen kunnen zijn met de vlaggen in hun hand?

- Wat zouden die mensen komen doen denken jullie?

- Waarom zou de brug open staan denken jullie?

- Valt er jullie nog iets op? (Er lopen mensen namelijk op het water)

- Waarom zou dat kunnen zijn denken jullie?

 

Deze vragen heb ik gesteld om de kinderen zelf te laten nadenken. Ik wilde de kinderen namelijk proberen actief betrokken te houden bij de les. Kinderen hebben iets nodig waarvan ze alert, hebberig maar vooral nieuwsgierig worden. [1]

 

Na het bespreken van de plaat ben ik het verhaal gaan voorlezen over het begin van de Franse revolutie. In dit verhaal kwam aan bod hoe de Franse Revolutie tot stand gekomen is.

 

De kinderen moesten daarna de vragen zelfstandig gaan maken.

 

Aan het eind van de les heb ik nog een filmpje laten zien over hoe de Franse revolutie tot stand gekomen is. Hierin werd voor de kinderen nogmaals wat uitgebreider het begin van de Franse revolutie uitgelegd met beeld. 

 

Tot slot heb ik de les samen met de kinderen geëvalueerd. Nabeschouwen van de les heeft als functie dat er aan het leerproces een waarde wordt toegekend. Daarnaast leren zij hierdoor hun mening te geven en deze ook respectvol te onderbouwen. [2]

 

Het lesdoel

Voor de kinderen heb ik het volgende lesdoel geformuleerd:

• Aan het eind van de les weten de kinderen hoe de Franse revolutie is ontstaan.

 

Creatiewijzer

Aan het begin van de les ben ikzelf gaan kaderen. Wat gaan we doen, hoe ziet de les er globaal uit.

Vervolgens ben ik gaan focussen. Ik ben de opdracht stap voor stap gaan uitwerken.

Daarnaast ben ik ook gaan divergeren. Ik ben opzoek gegaan naar verschillende ideeën om toe te passen in mijn lessen.

Daarna ben ik de les gaan verbeelden voor mijzelf, hoe ziet de les er ongeveer uit zoals ik hem nu heb ontworpen? 

Vervolgens ben ik gaan convergeren. Ik heb een keuze gemaakt in wat ik in mijn les ging doen. 

Ondertussen ben ik ook gaan vormgeven. Ik heb de didactische route opgesteld en was de les dus aan het vormgeven. Vervolgens heb ik de les gegeven en heb ik de les dus gespresenteerd.

 

De creatiewijzer is niet alleen belangrijk voor de leerlingen. Het is voor iedereen die zijn creatieve processen wil verbeteren een hulpmiddel. Met die gedachte heb ik de creatiewijzer in deze les toegepast. In deze les was het geen hulpmiddel voor de kinderen, maar voor mijzelf. Ik wil mijn eigen creatieve proces (de lessen ontwerpen) verbeteren. [3]

 

Reflectie

Zelf vind ik de les die ik gegeven heb lang niet perfect. De les zou nog veel creatieve mogen zijn. Dit is dan ook meteen mijn leerpunt die ik meeneem vanuit deze les. Voor mijzelf heb ik al een aantal tips gemaakt om in een volgende les toe te passen:

 - Het onderwerp 'de Franse revolutie' was voor de kinderen nieuw. Wat ik een volgende keer wil doen is de kinderen aan het begin van de les in groepen een mindmap laten maken. Vaak weten kinderen al wel iets over het onderwerp. Zij hebben hier namelijk soms in hun leefomgeving al over gehoord. Verder helpt dit de kinderen om schematiseren te oefenen. Daarnaast zorgt dit voor een woordenschatuitbreiding. [4]

- Verder wil ik de les nog creatiever gaan maken door er een ander vak aan te koppelen. Dit wordt ook wel kruisbestuiving genoemd. Ze ontdekken hierdoor dat vakken niet alleen op zichzelf staan maar dat je kennis van vakken op het ene gebied ook gebruikt bij vakken op een ander gebied. Daarnaast werk je aan een verbrederende blik en worden leerlingen bekend gemaakt met verassende inzichten. Dit kan er weer voor zorgen dat kinderen OUT OF THE BOX gaan denken. [5] 

 

 

[1] Bode, J. de & Nijman, L. (2014). Hoe bedenk je het?!: creatief denken in het basisonderwijs. Bussum: uitgeverij Coutinho.

 

[2] Onna, J. van & Jacobse, A. (2013). Laat maar zien: Didactiek voor beeldend onderwijs. Almere: Noordhoff Uitgevers.

 

[3] Cultuurwinkel Breda (2014). De creatiewijzer: tool voor de leerkracht in de 21st eeuw. http://www.cultuurwinkelbreda.nl/index.php/nieuws/de_creatiewijzer_tool_voor_de_leerkracht_in_de_21e_eeuw

 

[4] Bode, J. de & Nijman, L. (2014). Hoe bedenk je het?!: creatief denken in het basisonderwijs. Bussum: uitgeverij Coutinho.

 

[5] Bode, J. de & Nijman, L. (2014). Hoe bedenk je het?!: creatief denken in het basisonderwijs. Bussum: uitgeverij Coutinho.