Creative gossip girls
Annelieke-Lotje-Lotte-Kelly-Madelief-Mara
Functionele schrijfactiviteit
Misschien klinkt een echte schrijfles met kleuters niet gelijk als een goed idee. Maar dat is het toch!
Al kunnen de kinderen vaak nog niet veel meer schrijven dan hun naam, ze kunnen al wel bedenken wat te schrijven. En hiermee wordt niet alleen het schrijven ontwikkeld maar ook woordenschat, formuleren en taalbegrip.
Organisatie: Een groepje van 5 kleuters, oudste en jongere door elkaar.
Lesdoelen:
-
De kinderen kunnen aan het einde van de les bedenken wat ze in een kaart zouden kunnen zetten.
-
De kinderen hebben een begin gemaakt met het bewust goed formuleren van zinnen. Ze denken na over hoe ze dingen zouden kunnen zeggen.
Lesinhoud:
Deze les stond in het teken van schrijven met een functie. Vaak worden op basisscholen schrijf opdrachten geven waarin kinderen schrijven om te schrijven. Met als functie schrijven omdat het moet.
Dit keer had de schrijfles echter een ander functie.
De leerkracht maakt namelijk samen met de kinderen een kaart die uiteindelijk echt gegeven wordt. Hierdoor wek je bij de kinderen enthousiasme en leren ze zonder dat ze het door hebben. Het is belangrijk dat de opdracht een functie heeft voor de kinderen omdat dit het voor de kinderen zelf ook zinvol maakt op dat moment. Ook wek je bij de kinderen enthousiasme, dit is van belang omdat de kinderen hierdoor de leerstof beter onthouden.

Maar nu komt mijn vader bijna thuis, vertelde ik tegen de kinderen. En ik heb al een hele mooie kaart gemaakt. Nu haalde ik de kaart tevoorschijn, ik laat zien dat de binnenkant nog helemaal leeg is.
De didactische route verschuift nu naar de leerlingen.
Samen met de kinderen ben ik gaan brainstormen wat we er allemaal in konden zetten, we bedachten zoveel mogelijk ideeën. Oftewel we waren aan het divergeren. Divergeren hoort in een creatief proces tot het creatief denken. Dit is heel erg belangrijk voor een kind omdat die zorgt voor het leggen van nieuwe verbindingen in de grote hersenen.
Hierin stuurde ik de kinderen de zinnen goed te formuleren. Ook liet ik ze nadenken hoe ik kon laten merken dat ik blij ben dat hij thuis is.
En om dan nu te beginnen met schijven van de kaart gingen de kinderen samen convergeren, ze mochten allemaal een eigen ‘beste idee’ kiezen die op de kaart kwam.
En dat heb ik opgeschreven. Waarna de kinderen allemaal nog hun eigen naam erbij hebben geplakt.
Om de activiteit af te sluiten hebben we de kaart gepresenteerd in de kring aan de rest van de klas.
De opdracht is helaas nog niet helemaal af. Dat is het pas als mijn vader thuis is en ik de kaart kan geven. Dan is het schrijven pas echt functioneel geweest.

Les opbouw:
Ik ben begonnen in de leefwereld van de kinderen. Dit houdt in dat de leerstof ontleend wordt aan de werkelijkheid van alledag, dichtbij of veraf. Hierdoor kunnen de kinderen het leren op school koppelen aan wat zij al geleerd hebben of nog leren in het dagelijks leven. En dat voorkomt systeemscheiding, als kinderen dit dus niet kunnen.
-
wie heeft er wel eens een kaart geschreven? Voor wie en waarom?
-
Heb je die kaart echt opgestuurd? Hoe deed je dat? Wat moest je daarvoor allemaal doen? ( woorden die de woordenschat verrijken hierbij: postzegel, envelop, brievenbus)
Bronvermelding:
Munnik, C. de & Vreugdenhil, K. (2012). Ontwerpen van Onderwijs. Groningen/Houten, Noordhoff uitgevers.
Vervolgens heb ik de kinderen om ‘hulp’ gevraagd. De juf wilde namelijk een kaart voor iemand schrijven maar ze vindt het zo moeilijk en ze weet echt niet wat er allemaal in hoort te staan.
Door de kinderen een probleem voor te leggen daag ik ze uit probleemoplossend te denken en prikkel ik ze om nieuwsgierig te zijn. (wat is het probleem van de juf? Hoe kan ik helpen?)
Daarna heb ik op mijn ipad (‘woow de juf heeft een ipad’ → leefwereld), foto’s laten zien van mijn vader.
Ik vertel de kinderen dat hij op uitzending is, dat is wanneer je voor een opdracht weg moet. Hij zit in een heeel ver land in een woestijn, weet iemand wat dat is?
Hier veranderd de didactische route langzaam van leefwereld naar leerstof. De kinderen leren nieuwe woorden zoals uitzending en woestijn.
Zo ben ik door de foto’s gebladerd en mochten de kinderen vertellen wat ze zagen. Zagen ze dingen die we hier niet hebben? Wat is er anders?
Doordat de kinderen indrukken krijgen van nieuwe dingen blijft hen nieuwsgierigheid geprikkeld.
Reflectie op de les:
Ik vond het heel bijzonder om deze les te geven, vooral omdat het onderwerp dicht bij mezelf lag. Doordat ik mezelf heb opengesteld naar de kinderen, durven ze dat nu ook gemakkelijker naar mij. Mijn les heeft ervoor gezorgd dat ik creativiteit bevorderende factoren heb bereikt. dit zijn componenten die de creativiteit in een klas optimaliseren. Hierdoor is het mogelijk om de motivatie, stemming en het welbevinden van de leerlingen te bemoedigen
-
Creativiteit bevorderende leekrachtattitude: bouwen aan mijn zelfvertrouwen. Door mezelf open op te stellen en hierin ook creatief durven te zijn. Zorg ik ervoor dat ik dit ook stimuleer bij de kinderen.
-
Creativiteit bevorderende lesinhoud: screen de lesinhoud op de mogelijkheden om de nieuwsgierigheid te prikkelen. Doordat ik dit doe in mijn activiteit maak ik de kinderen bewust van hun eigen denkproces.
-
Creativiteit bevorderende werkvorm: moedig brainstormen aan. Ook dit heb ik gedaan, het daagt ze uit om buiten de ‘normale’ denkpaden de redeneren.
Bronvermelding:
Bode, J. de & Nijman, L. (2014). Hoe bedenk je het?!, creatief denken in het basisonderwijs. Bussum: uitgeverij coutinho
Interate AB o.v.v. InfoNu. (2006-2016). Creatief denken, de basisvaardigheden. Geraadpleegd op 30 maart. http://zakelijk.infonu.nl/diversen/78915-creatief-denken-de-basisvaardigheden.html
Een ontwikkelpunt wat ik meeneem naar de volgende keer is dat ik in de les nog meer pendel in de didactische route. Ik ga nu van leefwereld naar leerstof en vervolgens naar leerling. Het zo mooi zijn als ik daarna nog een keer terug pak naar de leefwereld en/of de leerstof. Hierdoor haal ik het optimale uit mijn les.