Rekenles

 

Deze les heeft mij het meest uitgedaagd. Ik heb een leerdoel gepakt uit de methode maar deze vervolgens geheel losgelaten en mijn eigen les bedacht.

Hierdoor wilde ik oefenen met het goed pendelen tussen leerling-leerstof-leefwereld. Pendelen is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de leerlingen de leerstof niet alleen begrijpen, maar er ook zelf betekenis aan kunnen geven en die stof eventueel kunnen toepassen. Hierdoor maak ik de les én het leren zinvol. De leerling kan er wat mee in de volgende lessen maar ook in de leefwereld.

Bronvermelding:

Munnik, C. de & Vreugdenhil, K. (2012). Ontwerpen van Onderwijs. Groningen/Houten, Noordhoff uitgevers.

 

Organisatie : 11 kinderen (alle oudste kleuters, de andere kinderen waren vrij)

 

Lesdoelen :

• Aan het einde van de les weten de kinderen het verschil tussen ‘meer’ en ‘minder’. (dit was het leerdoel van de methode)

• Ook oefenen de kinderen met het tellen van dingen/voorwerpen. Bijv. de stippen van een dobbelsteen.

 

Lesinhoud :

De les had ik opgedeeld in 3 delen.

1. Ruimtelijk oefenen

2. Ruimtelijk oefenen, iets moeilijker

3. Werkblad/plat oefenen

Dit wordt verder toegelicht bij de lesopbouw.

Om goed te kunnen pendelen heb ik eerst een les bedacht, vervolgens heb ik er het thema uit de klas, ruimte, aan gekoppeld om aan te sluiten bij de leefwereld. Zo werden de gehaakte ballen, die ik gebruikte voor mijn les, planeten. Evenals de gekleurde dobbelstenen met kleine ruimteschepen oftewel stippen, erop.

Het creëren van spelsituaties hierin zorgde ervoor dat ik een boeiende en veelzijdige leerervaring voor de kinderen stimuleerde. Dit hield de kinderen nieuwsgierig waardoor ze betrokken bleven.

Bronvermelding:

Munnik, C. de & Vreugdenhil, K. (2012). Ontwerpen van Onderwijs. Groningen/Houten, Noordhoff uitgevers.

 

Lesopbouw:

Ik begon met het eerste deel van ruimtelijk oefenen. De kinderen zaten in de kring en in het midden stond een tafel. Ik vertelde dat ik een rekenles ging geven en hun koppies begonnen al te hangen.

Toen zette ik 2 lege doorzichtige bakken op de tafel, ‘we gaan het vandaag een beetje anders doen zei ik’. Door de bakken op tafel te zetten maar er nog niks over te vertellen werden de kinderen gelijk nieuwsgierig en opgewekt. Alle koppies waren weer betrokken. Dit is belangrijk omdat hierdoor de kinderen snellen en beter leren.

Ik liet ze de ballen zien en vertelde dat het planeten waren. Ik vertelde een leuk verhaaltje over een koning die de planeten moest verdelen, maar het lukte hem niet. Vervolgens deed ik in elke bak een random aantal planeten. Vragen hierbij waren bijv.:

• In welke bak zitten er nu meer? En in welke minder?

• Hoe zorg ik ervoor dat er in de andere meer/minder komen? Kom maar even helpen.

• Hoeveel planeten zitten er nu in deze bak? Is dat meer of minder dan in die? Etc.

Om te kijken of de kinderen het goed snapte stelde ik een strikvraag, door evenveel ballen in elke bak toen doen en te vragen welke meer was.

Toen de kinderen dit goed snapte haalde ik 2 dobbelstenen tevoorschijn, een rode en een blauwe. Ik vertelde over een rode en een blauwe planeet die wedstrijdjes hielden om het aantal ruimteschepen dat ze hadden. Zo pendelde ik constant terug naar de leefwereld. Bij dit onderdeel van de les mochten de kinderen allemaal 2 keer met de planeten rollen, we gingen kijken welke planeet meer ruimteschepen had en welke minder. En natuurlijk ook welke planeer nou uiteindelijk de winnaar was.

Om de opdracht naar het verrijkingsniveau te brengen ben ik als laatste aan de slag gegaan met een zelfgemaakt werkboekje. Met natuurlijk plaatjes uit het thema ruimte.

 

Reflectie op de les:

In het begin vond ik het heel erg moeilijk om het doel van de methode te gebruiken. Normaal bedenk ik een les en kneed ik het lesdoel nog totdat het er op zijn best bij past. Nu moest dit andersom. Het was zeker heel erg leerzaam en ook leuk om te doen. Naar mijn eigen mening is het ook best goed gelukt.

 

Een ontwikkelpunt wat ik meeneem bij deze les is om nog een langere spelactiviteit te verzinnen. Degene die ik nu had gedaan waren niet zo lang van duur en dat was jammer omdat de kinderen het zo leuk vonden. Ook was het misschien leuk geweest om meer aandacht te besteden aan het intro van de les. Dit had ik kunnen doen door een verhaaltje dat bij het thema ruimte en de les paste.